Gevangenisdorp van Haren (Brussel) officieel ingehuldigd
Op vrijdag 30 september 2022 werd het nieuwe gevangenisdorp van Haren (Brussel) officieel ingehuldigd in aanwezigheid van de minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne, en de staatssecretaris bevoegd voor de Regie der Gebouwen, Mathieu Michel. De gevangenissite biedt plaats aan 1.190 gedetineerden en bestaat uit verschillende gebouwen en leefeenheden die als het ware een dorp op zich vormen.

Jurgen Van Poecke, het inrichtingshoofd gevangenis Brussel loofde de architectuur: "Er zit paradoxaal genoeg heel veel kleinschaligheid in de gevangenis van Haren. Gedetineerden worden ondergebracht in een aantal kleinere leefeenheden van maximum 35 gedetineerden die qua functioneren relatief autonoom zijn." De opengebroken architectuur is opmerkelijk voor België, dat voornamelijk zogenaamde 'panoptica'-ontwerpen voor gevangenissen kent. Het concept beoogt vooral de mentale gezondheid van gevangenen en personeel en een kleinere voetafdruk in het landschap.
Partnerschap tussen staat en privé
Het complex werd niet volledig door de stad gefinancierd of gebouwd, maar werd gerealiseerd via een DBFM-procedure, waarbij DBFM staat voor Design, Build, Finance en Maintain. Een privépartner, het consortium Cafasso NV, stond daarbij in voor het ontwerp, de bouw, financiering en het onderhoud van de strafinrichting. Cafasso NV bestaat uit de lead partners Denys NV, FCC Construcción S.A. en Macquarie Group.
Het idee achter het gevangenisdorp
Het gevangenisdorp werd gerealiseerd op een terrein van 15 hectare en bestaat uit meerdere gebouwen: een arresthuis voor mannen, een strafhuis voor mannen, een gesloten instelling voor vrouwen, een open instelling voor vrouwen, een observatie-instelling, een psychiatrische afdeling, een medisch centrum en ruime werkateliers.
De verschillende eenheden in de gevangenis werden organisch rond een centraal "stadhuis" ingepland dat verschillende functies bevat. De inplanning van de verschillende gebouwen gebeurde met het oog op de creatie van een "dorpsgevoel" om de gangbare perceptie op detentie tegen te gaan. Om diezelfde reden zijn tralies voor de vensters afwezig en werd er gespeeld met kleurschakeringen.
De kleine leefeenheden werden elk ontworpen met veel licht in gedachten. Bovendien geeft ieder gebouw uit op open ruimte.
Energievriendelijk en duurzaam
Bij het ontwerp en de planning van het project stond duurzaamheid centraal. Daarvoor werd onder andere een 'Boorgat-Energie-Opslag-veld of zogenaamd BEO-veld aangelegd. Het veld heeft 250 boringen tot een diepte van ongeveer 90 meter en is daarmee een van de grootste in België. Het veld brengt gratis energie aan uit de bodem waarmee er verwarmd of gekoeld kan worden. Via een ondergronds systeem onttrekt het namelijk koelte aan de bodem in de zomer. In de winter kan opgeslagen warmte terug onttrokken worden. Op die manier is er een aanzienlijke besparing van primaire energie: zowel goed voor het klimaat als voor de rekening!
Daarnaast is er een warmtekrachtkoppelingsinstallatie waarmee elektriciteit wordt opgewekt, en met de restwarmte die daarbij vrijkomt, wordt een deel van het warm water voor de gevangenis geproduceerd. Bijkomend werden op het dak van het zogenaamde "stadhuis" een 140-tal zonnepanelen geplaatst. Ook het waterverbruik werd duurzaam aangepakt, 59% van het niet-drinkbaar water wordt namelijk teruggewonnen door de recuperatie van regenwater en 41% door de zuivering van grijs water. Bij de omgevingsaanleg werd er overigens zoveel mogelijk gewerkt met waterdoorlatende materialen en via wadi's wordt er gezorgd voor een maximale infiltratie op het gevangenisterrein.
De isolatiewaarden van de gebouwen (89.000 m2 gevels en 50.000 m2 vloeren) zijn performanter dan gevraagd in de huidige reglementering. Bij de indiening van de initiële bouwaanvraag in 2013, behaalde het project een gemiddelde K-waarde van K18, terwijl de wetgeving die destijds van kracht was een maximale K-waarde van K40 voorschreef. Het project deed het dus meer dan dubbel zoveel beter dan wat er voorgeschreven werd. Nu bijna 10 jaar later, wordt de isolatiekwaliteit van gebouwen niet meer uitgedrukt in K-waarden, maar zien we dat de warmtedoorgangscoëfficiënten (U-waarde) van de verschillende bouwdelen nog steeds beter zijn dan de huidige regelgeving.
Bijzondere aandacht werd besteed aan de akoestiek, waarbij de focus werd gelegd op het vermijden van overdreven lawaai. Concreet werd lawaaivoortplanting verminderd, werden de klop- en stootgeluiden doorheen de betonnen structuur in acht genomen en werd er gezocht naar vandaalbestendige geluidsabsorberende afwerkingen. Ruimtes zoals rechtszalen, prikkelarme kamerruimtes en de meer gangbare wonen-leren-werkenruimtes werden met aandacht voor de akoestiek op een specifieke manier ingericht. Een bijkomende uitdaging voor het akoestisch comfort was lawaaioverlast door vliegtuigen (de nationale luchthaven Brussel-Zaventem ligt in de buurt).
Het gevangenisdorp heeft hierdoor een "BREEAM Very Good"-certificatie. BREEAM is een internationale standaard die wereldwijd projecten beoordeelt op hun duurzaam karakter. Ze bekijken niet enkel de isolatie- en energiewaarden van een gebouw, maar beoordelen het hele bouwproces en de gebruiksfase.