NAV-onderzoek naar V&O-fase wijst op misbruik om tijd te rekken
één op twee dossiers voor omgevingsvergunningen onvolledig of onontvankelijk bevonden
Wachten op een omgevingsvergunning voor een bouwproject kan heel lang duren. Uit recentelijk onderzoek van Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) blijkt dat één op de twee dossiers onvolledig of onontvankelijk wordt bevonden. In meer dan tien procent van de gevallen gebeurt dat zelfs meermaals na elkaar. De resultaten van dit onderzoek lijken het vermoeden van NAV te bevestigen dat sommige lokale besturen het volledigheids- en ontvankelijkheidsonderzoek misbruiken om tijd te rekken. De beroepsvereniging dringt dan ook aan tot een oplossing.
Volledigheids- en ontvankelijkheidsfase
Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) kreeg het voorbije jaar regelmatig vragen en klachten binnen van architecten wiens aanvraagdossier voor een omgevingsvergunning maandenlang bleef steken in de V&O-fase. Met dit volledigheids- en ontvankelijkheidsonderzoek controleren overheden enerzijds of alle plannen en documenten aanwezig zijn en voldoen aan de vereisten uit het normenboek. Anderzijds gaan ze na of de aanvraag wel bij de bevoegde overheid werd ingediend.
Misbruik van V&O-onderzoek
Deze eerste fase van het V&O-onderzoek is in essentie een goede zaak om te vermijden dat een vergunning louter geweigerd wordt omwille van een ontbrekend document. Het is echter niet de bedoeling dat lokale overheden dit voortraject misbruiken om de start van het eigenlijke vergunningstraject uit te stellen. Volgens directeur Steven Lannoo kreeg Netwerk Architecten Vlaanderen de voorbije maanden toch steeds meer die indruk, waardoor zij overgegaan zijn tot een bevraging bij hun leden.
“Veel architecten moeten bijkomende stukken, soms bagatellen, aanleveren. Vaak vernemen ze dit pas op de 29e dag nadat ze de aanvraag hebben ingediend. Bij sommige dossiers gebeurt dit zelfs meerdere keren achter elkaar terwijl de stukken die na de tweede of derde ronde worden opgevraagd, perfect al na de eerste screening verkregen hadden kunnen worden. Deze vervelende kwestie kost niet alleen tijd en geld, maar kan ook de relatie tussen architect en zijn opdrachtgever onder druk zetten.”
Onderzoek levert gigantisch hoge cijfers op
NAV polste via een enquête naar onder andere het aantal niet volledig of onontvankelijke dossiers, het aantal dossiers dat meermaals niet volledig of onontvankelijk werd verklaard, de meest voorkomende inhoudelijke redenen daarvoor en de invloed hiervan op de relatie met cliënten. In totaal participeerden 465 architecten aan dit onderzoek.
Uit de onderzoeksresultaten bleek dat gemiddeld één op de twee dossiers onvolledig of onontvankelijk wordt verklaard. In 16% van de gevallen gebeurt dat zelfs meermaals na elkaar. Verder wordt er na de tweede projectversie van één op de vier dossiers gevraagd naar elementen die eigenlijk al na het eerste volledigheid- en ontvankelijkheidsonderzoek opgevraagd konden worden. “Dit zijn gigantisch hoge cijfers”, aldus Steven Lannoo.
“Onze data doen vermoeden dat de vele vragen naar bijkomende inlichtingen, documenten of nieuwe projectversies na de V&O screening het gevolg zijn van vertragingsmanoeuvres bij sommige stedenbouwkundige diensten. Daar zijn meerdere plausibele oorzaken voor te bedenken, zoals het tekort aan mankracht. Onze leden verklaren bovendien dat de opmerkingen steevast op dag 29 binnenkomen. De kans op een afkeuring neemt ook toe naarmate een verlofperiode nadert”, verklaart de NAV-directeur.
Dit probleem doet zich natuurlijk niet overal voor. Er zijn ook gemeenten waar dossiers vlot door de V&O-fase geraken. “We weten dat sommige lokale besturen moeite hebben om personeel met de juiste capaciteiten te vinden. Het kan echter niet de bedoeling zijn dat architecten en opdrachtgevers hiervoor moeten opdraaien. Een V&O-onderzoek dient niet om tijd te rekken of om ambtenaren te ontzien”, vervolgt Steven Lannoo.
Invloed op relatie met cliënten
Het onvolledig of onontvankelijk verklaren van een dossier kan de start van de eigenlijke procedureel vastgelegde behandelingstermijnen uitstellen. Dit heeft bijgevolg een invloed op de relatie tussen de architect en zijn opdrachtgever. “Cliënten hebben hier vaak geen begrip voor, verliezen het vertrouwen in hun architect, twijfelen aan hun professionaliteit en zetten in sommige gevallen de opdracht zelfs stop. Wij zullen de resultaten van ons onderzoek dan ook aankaarten bij het Departement Omgeving en aandringen op een oplossing”, besluit Steven Lannoo.
